Paragrafen

Lokale heffingen

Inleiding

Het totale pakket van gemeentelijke belastingen en heffingen bestaat uit verschillende belastingheffingen welke opgelegd worden op grond van een door de gemeenteraad vastgestelde belastingverordening. De doelstelling van de lokale heffingen is het verwerven van eigen middelen uit belastingen en heffingen ter dekking van de algemene en specifieke uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De uitvoering en de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de heffingswerkzaamheden liggen op grond van artikel 231 van de Gemeentewet bij de heffingsambtenaar. Hierbij valt te denken aan het vaststellen en opleggen van de aanslagen en taxatiewaarden, het doen van uitspraken op bezwaren en het verweer bij beroepszaken.

De gemeentelijke heffingen zijn na de algemene uitkering uit het Gemeentefonds de belangrijkste bron van inkomsten. Bij gemeentelijke heffingen wordt onderscheid gemaakt tussen algemene belastingen en retributies. Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Bij de retributies is er wel sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taak. Bij retributies mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten van de gemeente voor de uitoefening van de taak.

Tarievenbeleid

Voor de hoogte van tarieven gelden de volgende uitgangspunten:
De belastingen en heffingen worden trendmatig verhoogd, tenzij op grond van een besluit van de gemeenteraad een andere verhoging is vastgelegd. Voor 2022 was de trendmatige verhoging vastgesteld op 1,6%. Extra verhogingen worden slechts voorgesteld, wanneer daar tegenover de realisering van aanwijsbare voorzieningen ten behoeve van de gemeenschap staan. Dienstverlening door of vanwege de gemeente, behoort kostendekkend te zijn.

De opbrengsten uit de lokale belastingen en heffingen zijn over de afgelopen twee jaren als volgt:

Gemeentelijke heffing

Rek 2021

Begr 2022

Rek 2022

prim

actueel

1.1 Onroerende-zaakbelastingen

5.159.987

5.210.439

5.420.439

5.431.690

1.2 Hondenbelasting

70.154

62.000

74.000

74.190

1.3 Precariobelasting

18.000

18.288

18.288

21.214

1.4 Toeristenbelasting

80.362

42.696

76.696

109.190

Totaal Belastingen

5.328.503

5.333.423

5.589.423

5.636.283

2.1 Afvalstoffenheffingen

1.881.434

1.829.367

1.829.367

1.887.261

2.2 Rioolheffing

2.101.430

2.063.537

2.063.537

2.156.641

2.3 Haven- en kadegelden

733.377

652.316

680.354

834.122

2.4 Marktgelden

33.980

30.655

30.655

34.251

2.5 Begraafrechten

426.371

314.691

314.691

353.559

2.6 Secretarieleges (Titel 1)

174.509

214.366

199.366

191.049

2.7 Omgevingsvergunningen (Titel 2)

849.513

427.864

856.000

729.756

2.8 Leges (Titel 3)

13.700

13.700

13.700

13.700

2.9 Overig

0

0

0

0

Totaal Retributies

6.214.315

5.546.496

5.987.670

6.200.339

TOTAAL

11.542.818

10.879.919

11.577.093

11.836.622

Belastingen

Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. De opbrengsten van de algemene belastingen gaan naar de algemene middelen van de gemeente. De gemeenteraad bepaalt dus zelf waaraan de gemeente dat geld besteedt. Voorbeelden van algemene belastingen zijn de onroerendezaakbelasting (OZB), precariobelasting en de hondenbelasting.

1.1 Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
Onder de naam "onroerende-zaakbelastingen" worden over binnen de gemeente gelegen onroerende zaken, drie directe belastingen geheven:

  • eigenarenbelasting voor woningen;
  • eigenarenbelasting voor niet-woningen;
  • gebruikersbelasting voor niet-woningen

De peildatum voor de belastingplicht is 1 januari van het belastingjaar. Grondslag is de WOZ-waarde.

Elk jaar wordt de onroerend zaak gewaardeerd o.g.v. de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Hiermee volgt de WOZ-waarde jaarlijks de marktontwikkeling. De gemeente Urk heeft delen van de jaarlijkse herwaardering uitbesteed aan het taxatiebureau XXLLNC. Voor het belastingjaar 2022 geldt de WOZ-waarde naar prijspeil van 1 januari 2021.

Waardeontwikkeling
Om de waardeontwikkelingen van woningen en niet-woningen niet van invloed te laten zijn op de opbrengst, worden de tarieven conform de waardeontwikkelingen aangepast. Dit uitgangspunt is in het verleden altijd bij herwaarderingen gehanteerd. In de huidige markt worden dus de stijgende WOZ-waarden gecompenseerd door een gelijke daling van de tarieven.

De stijging op de huizenmarkt is fors doorgezet met een gemiddelde waardestijging van 12%. Met deze stijging is het tarief dan eerst ook verlaagd en daarna verhoogd met 1,6%, zodat de gemiddelde aanslag 1,6% hoger was dan in 2021. Bij de niet-woningen was sprake van een gemiddelde waardestijging van 2%.

De tarieven zijn opgenomen in de Verordening Onroerende-zaakbelastingen. De totale OZB-inkomsten bedroegen in 2022 € 5,41 miljoen.

De opbrengsten 2022 en volgende jaren zijn gebaseerd op de besluitvorming van de raad, de groei van het aantal onroerende zaken en de tariefsaanpassingen op basis van de nieuwe waarden in het kader van de hertaxaties Wet WOZ. Op grond van eerder besluitvorming dienen de tarieven zodanig vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten gerealiseerd worden.

1.2 Hondenbelasting
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven voor het houden van een hond binnen de gemeente. Het is niet nodig dat de gemeente een relatie legt tussen de opbrengst van de hondenbelasting en de kosten die voor de gemeente aan de bevuiling door honden zijn verbonden. Het tarief voor 2022 is met 1,6% verhoogd. De opbrengst voor deze belasting was in 2022 € 74.000.

1.3 Precariobelasting
De gemeente heft een precariobelasting als vergoeding voor het gebruik van openbare grond. De precariobelasting wordt specifiek geheven voor het plaatsen van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Voorbeelden van belaste voorwerpen zijn kabels en leidingen, terrassen, bouwmaterialen, zonneschermen, luifels, lichtreclames en vlaggen. Precariobelasting wordt wel gezien als de fiscale tegenhanger van een privaatrechtelijke vergoeding om de gemeentegrond te kunnen gebruiken. In 2022 was de opbrengst € 21.000.

1.4 Toeristenbelasting
Dit betreft een belasting die wordt geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de Basisregistratie Personen (BRP). Door het heffen van een toeristenbelasting dragen ook niet-inwoners bij in de kosten van de algemene voorzieningen. Het tarief bedraagt € 1,50 per persoon per overnachting. De opbrengst voor deze belasting bedroeg in 2022 € 109.000.

Retributies

De retributies vallen uiteen in bestemmingsheffingen en leges. Hierbij geldt dat de gemeente niet meer mag heffen dan de begrote kosten die gedekt worden met de heffing. Voorbeelden hiervan zijn de rioolheffing en de afvalstoffenheffing, die worden gebruikt voor doeleinden met een duidelijk algemeen belang.

De belangrijkste retributies zijn de leges. Deze dienst levert met name individueel voordeel op. Zo betalen inwoners van de gemeente een bijdrage voor het aanvragen van een paspoort of vergunning. Ook voor de leges geldt dat deze niet meer dan kostendekkend mogen zijn.

Voor de navolgende heffingen geldt dat de opbrengsten niet uit mogen gaan boven de geraamde kosten, ofwel geldt dat deze maximaal kostendekkend mogen zijn:

  • Afvalstoffenheffing;
  • Rioolheffing;
  • Haven- en kadegelden;
  • Leges;
  • Marktgelden;
  • Begraafrechten.

In onderstaande tabel is de kostendekkendheid van de retributies weergegeven. Bij iedere retributie ziet u verder een overzicht van de baten en de lasten in 2022.

Kostendekking Retributies en Leges (x 1.000)

Gemeentelijke heffing
(x € 1.000)

Rekening 2021

Begroting 2022 primitief

Rekening 2022

dekking

lasten

baten

dekking

lasten

baten

dekking

2.1 Afvalstoffenheffingen

98%

1.930

1.884

98%

2.125

2.108

99%

2.2 Rioolheffing

101%

2.110

2.067

98%

2.161

2.158

100%

2.3 Haven- en kadegelden

67%

985

726

74%

1.120

921

82%

2.4 Marktgelden

52%

50

31

61%

71

34

48%

2.5 Begraafrechten

82%

397

315

79%

460

210

46%

2.6 Secretarie-leges (Titel 1)

27%

782

214

0%

703

191

27%

2.7 Omgevingsver-gunningen (Titel 2)

81%

1.038

428

0%

1.328

730

55%

2.8 Leges (Titel 3)

82%

17

14

0%

17

14

82%

2.1 Afvalstoffenheffing
Afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. De afvalinzameling op Urk is uitbesteed aan de afvalinzamelaar ROVA te Zwolle. De hoogte van de aanslag voor de afvalstoffenheffing is afhankelijk van de gezinsgrootte en de soort container. In de tarieven zijn ook de kosten voor de milieustraat en het straatvegen verwerkt.

De opbrengst van de afvalstoffenheffing dient de kosten te dekken. Het in 2020 gewijzigde afvalbeleid heeft er voor gezorgd dat de heffing zowel in 2021 als in 2022 licht kon dalen. Bij ongewijzigd beleid hadden de tarieven de komende jaren steeds met 10 tot 15% moeten stijgen! Om dit te voorkomen zijn er in 2020 wijzigingen in het afvalbeleid doorgevoerd. Na een daling in de hoeveelheid ingezameld restafval in 2020 en 2021 is er stagnatie opgetreden in 2022. Het percentage gescheiden ingezamelde grondstoffen was in 2022 (58%) vergelijkbaar met 2021 (59%). Door de goede resultaten uit 2020 en 2021 is de afvalstoffenheffing in 2022 een stukje gedaald.

2.2 Rioolheffing
Rioolheffing wordt geheven van de eigenaar van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering en van de gebruiker van een perceel waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, dan wel dat belang heeft bij de nakoming van de gemeentelijke zorgplichten.

De opbrengst van de rioolheffing mag alleen worden gebruikt ter dekking van de kosten van:

  • het inzamelen en transporteren van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater en het zuiveren van huishoudelijk afvalwater;
  • het inzamelen van afvloeiend hemelwater en het verwerken hiervan alsmede maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand te voorkomen of te beperken.

Bij het bepalen van de hoogte van de tarieven van de rioolheffing houden we er rekening mee dat de baten niet hoger mogen zijn dan de lasten. Uitgangspunten zijn 100% kostendekkendheid en gedifferentieerde tarieven per huishoudtype, waarbij de huishoudens met 4 of meer personen meer betalen, dan huishoudens tot en met 3 personen. Bij niet-woningen wordt naast een vast bedrag van de eigenaar, belasting geheven over het waterverbruik van de gebruiker.

In 2015 heeft de gemeenteraad van Urk het Gemeentelijk Rioleringsplan (verder te noemen GRP) vastgesteld voor de periode 2016-2021. Uit dit GRP blijken de verwachte exploitatie en investeringslasten in de uitvoeringsperiode. Verder worden in het GRP de belangrijkste uitgangspunten voor de rioolheffing vermeld. Uitgangspunt is dat eventuele exploitatieoverschotten ten gunste moeten komen van voorziening riolering.
Investeringen moeten zo mogelijk direct worden afgeboekt vanuit de spaarvoorziening riolering. Dit met dien verstande dat in de spaarvoorziening een bedrag van € 500.000 beschikbaar blijft. De inzet op deze wijze van de spaarvoorziening is bedoeld om onnodige rentekosten op investeringen te vermijden. Omdat het nieuwe GRP voor 2022 e.v. nog niet was vastgesteld is besloten de tarieven voor 2022 te laten stijgen met 1,6%.

2.3 Havengelden
Onder de naam "havengelden" wordt een recht geheven voor het gebruik of genot van de gemeentelijke havens. In 2022 zijn de tarieven voor de passanten (pleziervaartuigen en andere vaartuigen) met gemiddeld 2% verhoogd. In verband met de stijgende energiekosten zijn de servicekosten iets meer verhoogd.   

2.4 Marktgelden
In de gemeente wordt onder de naam "marktgeld" een recht geheven voor het innemen van een standplaats op de voor de markt aangewezen plaats, gedurende de voor de markt geldende tijd.
De tarieven zijn opgenomen in de Verordening Marktgelden. De tarieven zijn met 1,6% gestegen.

2.5 Begraafrechten
Op basis van de verordening op de graf- en begrafenisrechten worden in de gemeente Urk rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

2.6 Legesverordening
Onder de naam "leges" worden een aantal verschillende rechten geheven voor het genot van door, of vanwege het gemeentebestuur, verstrekte diensten. Het gaat hier vooral om de secretarieleges en de leges bouwvergunningen. Van sommige leges wordt het tarief vastgesteld door het Rijk. Bij het berekenen van een kostendekkend tarief mogen overigens alleen de kosten van het verlenen van een vergunning of dienst in rekening worden gebracht. Kosten van onder andere toezicht en handhaving mogen niet doorberekend worden. Voor 2022 zijn de tarieven verhoogd met 1,6 %.

Streven is de leges meer kostendekkend te maken. De tarieven dienen maatschappelijk aanvaardbaar te zijn, wat wil zeggen dat de tarieven die de gemeente Urk hanteert niet buitensporig hoog mogen zijn in vergelijking met die van omliggende gemeenten of het landelijk gemiddelde.

Om te komen tot meer kostendekkende tarieven zijn de meeste tarieven met 1,6 % gestegen. Andere tarieven zijn begrensd door wettelijke tariefstellingen.

Kwijtscheldingen

Op grond van de Invorderingswet en het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid kan een belastingschuldige die niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar een belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen, gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. Bij Ministeriële regeling worden inkomensnormen vastgesteld, welke van toepassing zijn voor de eventuele toekenning van kwijtscheldingsaanvragen. De gemeente Urk hanteert ten aanzien van de normbedragen een kwijtscheldingspercentage van 100%.

Kwijtschelding kan alleen worden aangevraagd indien het een aanslag betreft voor onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing. De overige heffingen zijn in de desbetreffende belastingverordeningen uitgesloten van kwijtschelding.

Lokale lastendruk

Alle onroerende zaken dienen jaarlijks opnieuw getaxeerd te worden op grond van de Wet Waardering Onroerende Zaken. De uitvoering van deze wet ligt in handen van de heffingsambtenaar van de gemeente. Door de Waarderingskamer wordt op deze uitvoering toezicht gehouden. De gemeente Urk scoort bij deze beoordeling al jaren 5 van de 5 sterren, de hoogste score!

In 2022 zijn 188 bezwaarschriften ingediend tegen de WOZ-waarde. Ongeveer 40% van deze bezwaarschriften is (gedeeltelijk) gegrond verklaard. Verder zijn 77 bezwaarschriften ingediend tegen de overige belastingen (OZB, hondenbelasting, rioolheffing, afvalstoffenheffing, toeristenbelasting, precario-belasting en havengelden). In 2022 zijn er 11 beroepszaken gevoerd tegen de WOZ-waarde.

Lokale belastingen mogen zich altijd in een grote belangstelling verheugen, vooral landelijk. Diverse instanties berekenen jaarlijks de stijging van de lokale lasten en de uitkomsten hiervan hebben grote aandacht van de landelijke pers. Met name de verschillen tussen de diverse gemeenten krijgen daarbij veel aandacht. Dit terwijl de gemeentelijke belasting een klein deel uitmaken van de zogenaamde bijkomende woonlasten.

Gemiddelde woonlasten voor een huishouden van 3 personen voor de periode 2020-2022

Gemiddelde woonlasten voor een huishouden van 3 personen voor de periode 2018-2022

Ontwikkeling

2021/2022

Belastingsoort

2020

2021

2022

in %

OZB eigenaar

€ 391

€ 397

€ 403

1,51%

Rioolrechten

€ 263

€ 245

€ 249

1,63%

Afvalstoffenheffing

€ 255

€ 250

€ 247

-1,20%

Korting

Totaal

€ 909

€ 892

€ 899

0,78%

In de periode 2021 tot en met 2022 zijn de belastingen van de gemeente Urk slechts met 0,78% gestegen.

De ontwikkeling van de lokale lasten is gebaseerd op een gemiddelde. Dit betekent dat de feitelijke lastenontwikkeling voor een individuele burger hiervan kan afwijken. De afwijking wordt onder andere beïnvloed door de feitelijke waardeontwikkeling van de woning.

Om een beeld te krijgen hoe de woonlasten op Urk zich verhouden ten opzichte van de gemeenten in Flevoland, treft u hierna de gegevens aan van een aantal gemeenten uit de Atlas van de lokale lasten 2022 van het COELO, zoals gepubliceerd op de website. In de onderstaande vergelijking staat de gemiddelde aanslag 2022 voor een 3-persoonshuishouden. In deze aanslag is inbegrepen de OZB, afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

2022

Urk

NOP

Lelystad

Almere

Dronten

Zeewolde

OZB

€ 403

€ 385

€ 442

€ 354

€ 432

€ 618

Afvalstoffenheffing

€ 247

€ 279

€ 348

€ 391

€ 349

€ 351

Rioolheffing

€ 249

€ 174

€ 186

€ 176

€ 139

€ 142

Totaal

€ 899

€ 838

€ 976

€ 921

€ 920

€ 1.111

In tegenstelling tot eerdere jaren heeft Urk in Flevoland niet meer de hoogste woonlasten. Waar andere gemeenten hun afvalstoffenheffing moesten laten stijgen, kon deze bij de gemeente Urk dalen. daarnaast bleven de andere stijging steeds beperkt tot 1,6%. Dit ondanks dat de structuur van de gemeente Urk nadelig is voor de hoogte van de belastingen, maar ook voor de uitkeringen van het Rijk. Urk heeft meer jeugd en een hogere woningbezetting.

Een andere gemeente met evenveel inwoners heeft gemiddeld meer woningen en kan de belastingdruk dus beter spreiden. Maar ook verstrekt het Rijk aan kleinere gemeenten in verhouding lagere uitkeringen. Daarnaast heeft Urk als gevolg van het verval in hoogte van ca. 15 meter tussen het oude eiland en de Urkervaart en de zettingsgevoeligheid van de ondergrond hogere kosten om het riool goed te laten functioneren.

Deze pagina is gebouwd op 07/10/2023 18:37:04 met de export van 07/10/2023 11:48:21